Bij Judo kan je er voor kiezen alleen te trainen, maar je kunt ook meedoen aan wedstrijden. Je vecht met een tegenstander, hiermee verdien je punten. Je probeert dan de ander op de grond te krijgen door hem bijvoorbeeld te werpen. In een wedstrijd moet je judopak schoon en droog zijn en niet vervelend ruiken. Zorg dat de nagels van je vingers en tenen kort geknipt zijn en schoon. Lang haar doe je in een knot of vlecht. Horloges, ringen, armbanden, kettingen en oorbellen zijn verboden.
Bij wedstrijden word je ingedeeld op leeftijd, geslacht en gewicht. Tijdens de wedstrijd krijgt een van de judoka's een rode band. Zo kan je het verschil tussen beide judoka's goed zien. Bij belangrijke wedstrijden draagt de ene judoka een wit - en de andere een blauw judopak. Je judoot de wedstrijd op een judomat (Tatami). De kleuren van de matten zijn groen/grijs met een rode rand. Op de twee hoeken van de rode matten staan twee stoelen waar de hoekscheidsrechters zitten.
De punten die je verdiend worden op een scorebord bijgehouden langs de kant van de mat. Aan het begin van een wedstrijd doe je elkaar eerst groeten door naar voren te buigen net als bij de training. De wedstrijd begint als de scheidsrechter zegt Hajime. In een wedstrijd is het heel belangrijk hoe je beweegt en hoe je je tegenstander vastpakt.
Tijdens de wedstrijden is er ook altijd een EHBO post aanwezig voor als iemand zich pijn doet.